Financieel overzicht
bedrag x € 1.000 | Rekening | Begroting 2019 | Rekening 2019 | Saldo | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma | 2018 | Primitief | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | 2019 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Taakvelden per thema | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal saldo van baten en lasten | 16.383 | 15.869 | 22.463 | 4.408 | 18.055 | 22.601 | 4.341 | 18.261 | 206 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reservemutatie | 65 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Resultaat | 16.448 | 15.869 | 22.463 | 4.408 | 18.055 | 22.601 | 4.341 | 18.261 | 206 |
Belangrijkste begrotingsafwijkingen
1.1 Maatwerkdienstverlening 18+ (nadeel lasten € 88.000)
Op hulp bij het huishouden is een overschrijding ontstaan van € 147.000. De overschrijding wordt veroorzaakt door een aantal facturen waar in de jaarrekening 2018 niet in was voorzien. De invoering van het abonnementstarief in 2019 heeft niet geleid tot een overschrijding.
Op individuele begeleiding is een onderbenutting ontstaan van € 97.000. Bij de 2e Bestuursrapportage 2019 werd een toename op begeleiding verwacht gebaseerd op het tweede (41%) en derde (30%) kwartaal. De verwachte toename op begeleiding heeft zich niet doorgezet in het vierde kwartaal (26%). In 2019 heeft verder uitstroom plaatsgevonden van Beschermd Wonen LVB naar begeleiding. Begeleiding in de thuissituatie is een goedkopere vorm van ondersteuning dan Beschermd wonen. Het uitblijven van de toename op begeleiding en de uitstroom van Beschermd wonen naar begeleiding hebben geresulteerd in een voordeel. Daarnaast is er een nadeel van € 38.000 ontstaan door een aantal nog niet betaalde facturen waar in de jaarrekening 2018 niet in was voorzien.
1.2 Arbeidsparticipatie (voordeel lasten € 69.000)
In 2019 is € 197.000 aan re-integratie uitgegeven. Hierdoor ontstaat een positief financieel resultaat van € 69.000. Deze afwijking wordt veroorzaakt doordat steeds meer re-integratie taken zijn verschoven naar het Werkplein, waardoor minder gebruik is gemaakt van externe re-integratie. Bij de Kadernota 2021 zal gevraagd worden deze verschuiving ook in de budgetten plaats te laten vinden.
1.2 Inkomensregelingen (voordeel lasten € 176.000, nadeel baten € 41.000)
Uitkeringen (BUIG)
In de primaire Programmabegroting 2019 was een bedrag opgenomen van € 3.305.000 voor bijstandsuitkeringen. In de loop van het jaar heeft het Rijk het BUIG-budget verhoogd. In de septembercirculaire werd het definitieve bedrag van deze verhoging vastgesteld op € 164.000. In Aalsmeer zijn deze extra middelen niet nodig gebleken omdat het bestand bijstandsgerechtigden zich conform de oorspronkelijke verwachting heeft ontwikkeld.
Daarnaast wordt in de begroting rekening gehouden met een terug te vorderen bedrag van € 122.000. In totaal is in 2019 voor een bedrag van €70.000 aan vorderingen opgelegd. Dat de hoogte van de terugvorderingen achterblijft wordt veroorzaakt doordat in 2019, anders dan in voorgaande jaren, grote vorderingen zijn uitgebleven.
Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 12.000, voordeel baten € 11.000)
1.3 Maatwerkdienstverlening 18- (nadeel lasten € 245.000, nadeel baten € 19.000)
Het tekort op maatwerkdienstverlening 18- heeft met name te maken met een toename van het aantal cliënten, dat trajecten zwaarder en daardoor duurder worden en dat er meer jeugdhulp op het speciaal onderwijs wordt ingezet.
Ongeveer twee derde van de jeugdhulp loopt door uit het voorgaande jaar. Dit betekent dat maximaal een derde van het budget in een jaar direct te beïnvloeden is. De invloed op deze nieuwe (en bestaande) trajecten is beperkt.
Voor de bestaande trajecten geldt dat de gemiddelde kosten per traject stijgen. Dit komt mede door een trend van de verzwaring van de problematiek (duurdere en of langere trajecten) en een bredere blik op het gezin en thuis (in plaats van alleen op het kind). Dit beeld wordt landelijk herkend.
Daarnaast viel de financiële afrekening van de korter lopende ‘niet duurzame’ trajecten uit 2019 die zijn gestart in 2018 tegen. Dit zijn trajecten die in principe korter dan 1,5 jaar duren en op een vast bedrag worden afgerekend (via de verdeling 70% bij start zorg en 30% bij einde zorg). Door de afrekening op werkelijke kosten uit 2018 (in plaats van de 70% bij start zorg) was onduidelijk hoeveel procent er bij einde zorg in 2019 afgerekend moest worden.
Voor de nieuwe trajecten geldt dat het aantal cliënten stijgt (ongeveer 4% per jaar). Dit is een belangrijke verklaring voor de stijging van het nadeel. De stijging van het aantal kinderen wordt veroorzaakt door het vaker en eerder zien van de problematiek en bevolkingsgroei. De stijging van het aantal kinderen is ook landelijk terug te zien. Ook wordt er meer specialistische jeugdhulp ingezet op de diverse scholen voor het speciaal (basis-) onderwijs.
Wel is in 2019 een ontwikkeling zichtbaar waarin het aantal nieuwe zware segment C trajecten per maand afneemt. Het aantal nieuwe verwijzingen via de gemeente neemt af, terwijl het aantal lichtere segment B verwijzingen via de huisarts juist duidelijk toeneemt.
Het tekort van € 245.000 bevat een nadeel over 2019 van € 519.000 (zie hiervoor de bovenstaande verklaringen) en een voordeel over 2018 van € 274.000. Dit voordeel betreft verwachte kosten over het jaar 2018 die tot heden niet in rekening zijn gebracht en waarvan de verwachting is dat deze niet meer komen.
1.3 Geëscaleerde zorg 18- (nadeel lasten € 198.000)
Het tekort van € 198.000 wordt veroorzaakt door een stijging van het tarief van de organisaties die de jeugdbescherming uitvoeren (de gecertificeerde instellingen). Deze organisaties voeren preventieve jeugdbescherming en gerechtelijke maatregelen uit en hebben derhalve te maken met de zwaarste problematiek in de (veiligheids-) keten.
Dit komt mede doordat in 2019 de caseload per medewerker bij de jeugdbescherming verlaagd is omdat deze te hoog was voor de steeds zwaardere problematiek die deze instellingen tegenkomen. Dit heeft geleid tot een stijging van de kosten. Dit is in lijn met landelijke ontwikkelingen ten aanzien van de kostprijs. Het aantal trajecten is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2018. In eerdere jaren is het aantal trajecten wel gestegen. Dit is ook een verklaring voor het tekort.
1.4 Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel lasten € 147.000, nadeel baten € 19.000)
Inburgering (voordeel € 37.000)
De nieuwe Inburgeringswet is in voorbereiding, het implementatieplan zal in het tweede kwartaal van 2020 aan de raad worden voorgelegd. De voorbereidingen op de wetsverandering zijn in 2019 met bestaande middelen uitgevoerd.
Diverse begrotingsafwijkingen kleiner dan € 40.000 (voordeel lasten € 110.000, nadeel baten € 19.000)
Een deel van de verschillen wordt verklaard door afrekeningen over 2018 op basis van de jaarverslagen die in 2019 worden ingediend. Alleen de daadwerkelijk verrichte prestaties worden vergoed. Dat leidde tot een lagere vaststelling. Daarnaast hebben er op diverse onderdelen zoals preventie, hulp op afstand en burgerparticipatie lagere uitgaven plaatsgevonden.