5 Balans

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Het totale saldo van de uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar bedraagt per eind 2019 € 17,1 miljoen. Het saldo bestaat uit het saldo overige vorderingen ad € 4,8 miljoen, het saldo vorderingen op openbare lichamen ad € 60.000 en het saldo uitzettingen in 's Rijks schatkist ad € 12,2 miljoen.

bedrag x € 1.000

31-12-2019

31-12-2018

Overige vorderingen: 1. handelsdebiteuren

3.997

3.988

Overige vorderingen: 2. belastingdebiteuren

712

590

Overige vorderingen: 3. sociale dienst debiteuren

756

779

Overige vorderingen: 4. voorziening dubieuze debiteuren

-649

-630

Overige vorderingen: 5. facilitaire projecten: nog te facturen

0

53

Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd korter dan één jaar

12.196

2.068

Vorderingen op openbare lichamen

60

78

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

17.072

6.926

Overige vorderingen
Het saldo overige vorderingen bestaat uit het saldo openstaande debiteuren en het saldo Facilitaire projecten nog te factureren.

Het saldo van de debiteuren bedraagt inclusief vorderingen op openbare lichamen € 4,9 miljoen. Dit saldo betreft voor € 2,4 miljoen een toekomstige levering bouwrijpe gronden.

Voor elke categorie debiteuren is een voorziening dubieuze debiteuren voor het gedeelte van de vordering waarbij de kans klein is dat deze ontvangen gaat worden. Het saldo van de voorziening dubieuze debiteuren is als volgt te specificeren:

bedrag x € 1.000

Boekwaarde 1januari

Toevoeging

Vrijval

Aanwending

Boekwaarde 31december

Dubieuze debiteuren

207

138

12

108

225

Dubieuze debiteuren belastingen

156

29

0

54

131

Dubieuze debiteuren Sociaal domein

267

25

0

0

293

Debiteuren

630

193

12

162

649

Facilitaire projecten: Nog te factureren
Dit betreffen kosten faciliterend grondbeleid die verhaald kunnen worden op derden en waarbij sprake is van een getekende overeenkomst. Conform de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) maken deze posten ultimo 2019 onderdeel uit van de overlopende activa en niet meer van de overige vorderingen.

Schatkistbankieren
In het begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 gaan schatkistbankieren. Gemeenten zijn verplicht om tegoeden boven een vooraf vastgesteld maximumbedrag (het zogenaamde drempelbedrag) aan te houden in 's Rijks schatkist. Ultimo 2019 bedraagt de vordering op het Rijk € 12,2 miljoen.

In het besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen dat in de balans over (het gebruik van) het drempelbedrag wordt gerapporteerd op de navolgende voorgeschreven wijze. Uit de gegevens blijkt dat in 2018 het drempelbedrag in geen enkel kwartaal is overschreden.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

Verslagjaar

2019

(1)

Drempelbedrag

759

Kwartaal1

Kwartaal2

Kwartaal3

Kwartaal4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

326

569

482

477

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

433

190

277

282

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

101.209

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

101.209

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Drempelbedrag

759

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal1

Kwartaal2

Kwartaal3

Kwartaal4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

29.324

51.758

44.381

43.872

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

326

569

482

477

ga terug