Beleid van de lokale heffingen
Belangrijkste uitgangspunten voor het gemeentelijk tarievenbeleid van 2019 zijn geweest:
- daar waar wettelijk toegestaan het toepassen van een jaarlijkse indexering;
- het hanteren van maximaal kostendekkende tarieven;
- terughoudendheid ten aanzien van verhoging van de totale lokale lastendruk.
Indexering
In 2019 is uitgezonderd de precarioheffing kabels en leidingen bij de berekening van de belastingtarieven rekening gehouden met een indexering van 2%. Voor de retributies geldt dat indexatie alleen kan plaatsvinden als de kostenontwikkeling hier ruimte voor biedt. Zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing zijn in 2019 niet geïndexeerd. Voor de afvalstoffenheffing is alleen het tarief voor de 240 liter met één euro verhoogd.
Kostendekkende tarieven retributies
Uitgangspunt is 100% kostendekkendheid op begrotingsbasis. Alle kosten die toegerekend kunnen worden, worden doorvertaald in de verschillende tarieven. Afwijkingen die op jaarrekeningbasis ontstaan worden betrokken bij de vaststelling van toekomstige tarieven. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing loopt dit via de desbetreffende egalisatievoorzieningen. Voor de overige tarieven loopt dit via de algemene middelen.
Toerekening van overhead
Op basis van wetgeving (BBV) moet de overhead op consistente wijze aan de tarieven worden toegerekend. Aalsmeer heeft als uitgangspunt toerekening van de overhead aan de tarieven op basis van de directe ambtelijke capaciteit. Dit is vastgelegd in de financiële verordening Aalsmeer 2017-I van 20 april 2017. Concreet betekent dit, dat de totale overheadkosten worden uitgedrukt in een percentage van de totale directe ambtelijke capaciteitsinzet. Dit levert een overheadpercentage op dat in alle kostenopstellingen voor tariefberekeningen wordt gehanteerd. Het overheadpercentage wordt op begrotingsbasis berekend en niet aangepast op basis van de realisatie in de jaarrekening. Het overheadpercentage 2019 bedraagt 77%.