Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit van de gemeente omvat de structurele en incidentele mogelijkheden om tegenvallers op te vangen.
De incidentele weerstandscapaciteit voor eenmalige tegenvallers of om faseringen in uitgaven aan te brengen bestaat uit:
- De algemene reserve;
- Resultaat boekjaar.
De structurele weerstandscapaciteit voor structurele tegenvallers bestaat uit:
- Bezuiniging/ombuigingsmaatregelen en structurele ruimte begroting;
- Onbenutte belastingcapaciteit.
In het BBV is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit. De mogelijkheid bestaat om nog andere componenten aan de beschikbare weerstandscapaciteit toe te voegen, zoals bestemmingsreserves, stille reserves en de post onvoorzien. Aangezien deze componenten niet op korte termijn vrij aanwendbaar of liquide zijn, nemen we deze niet mee bij de bepaling van het beschikbare weerstandsvermogen. Mocht het weerstandsvermogen onder druk komen te staan, dan kunnen keuzes gemaakt worden om deze componenten wel te benutten om de beschikbare weerstandscapaciteit te versterken. Dit kan bijvoorbeeld door de bestemming op bestemmingsreserves door middel van een raadsbesluit te wijzigen.
Hierna wordt eerst de incidentele weerstandscapaciteit behandeld en vervolgens de structurele weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit
Tot de incidentele weerstandscapaciteit worden gerekend de algemene reserve en het resultaat boekjaar.
De toereikendheid van de algemene reserve wordt beoordeeld op basis van de meerjarige ontwikkeling van de weerstandsratio in combinatie met de beoordeling van de meerjarige ontwikkeling van de financiële kengetallen (zie: hoofdstuk 6). Dit vindt voornamelijk plaats bij de kadernota en de begroting.
Bestemmingsreserves zijn reserves die met een raadsbesluit een specifieke aanwending/bestemming hebben gekregen. Om deze reserves daadwerkelijk in te kunnen zetten om tegenvallers en/calamiteiten op te vangen, is een raadsbesluit nodig om de bestemming te wijzigen. De mate van “hardheid” (ingezet beleid, aangegane verplichtingen) kan ook per reserve verschillen. Om deze reden worden bestemmingsreserves niet gerekend tot de weerstandscapaciteit.
Structurele weerstandscapaciteit
Door de wettelijke verplichting om een sluitende meerjarenbegroting te hebben kunnen alleen bezuinigingen en de inzet van de onbenutte belastingcapaciteit als de twee mogelijkheden van de structurele weerstandscapaciteit worden gezien.
Bezuinigingen laten zich niet eenduidig kwantificeren. Er is sprake van meer en minder beïnvloedbare uitgaven in de structurele begroting. In theorie kan er weerstandscapaciteit zijn als er binnen de begroting vrije ruimte beschikbaar is. Financiële ruimte kan gevonden worden door ombuigingen (het schrappen van taken, versobering, efficiënter werken).
De onbenutte belastingcapaciteit kan worden gedefinieerd als het bedrag dat nog aan extra inkomsten kan worden gegenereerd voor het geval zich tegenvallers voordoen.
Het rijksbeleid voor leges is dat de tarieven niet meer mogen bedragen dan maximaal 100% van de kosten per titel. De legesverordening is opgebouwd uit meerdere titels.
Het gemeentelijk beleid voor leges is dat, gelijk aan het rijksbeleid, deze 100% kostendekkend dient te zijn. De leges leveren dus geen (structurele) weerstandscapaciteit op.
Aan andere belastingen en heffingen zijn in principe geen maxima gesteld. Dit betekent niet dat deze onbeperkt verhoogd kunnen worden. De structurele weerstandscapaciteit zal niet substantieel toenemen als er nieuwe belastingen worden ingevoerd. Voor de vaststelling van de weerstandscapaciteit wordt geen rekening gehouden met nieuwe belastingen en heffingen. In de paragraaf Lokale heffingen van de begroting en de jaarrekening wordt het beleid over de tarieven onderbouwd.