Overige geïnventariseerde risico's
Coronavirus
De uitbraak van het coronavirus wordt gezien als een gebeurtenis na balansdatum, aangezien de uitbraak van dit virus pas in de loop van januari 2020 van wezenlijke omvang werd. Voor de jaarrekening 2019 houdt dit in dat, in lijn met de verslaggevingsrichtlijnen BBV hieromtrent, een toelichting rondom (de impact van) het coronavirus wordt opgenomen bij de grondslagen en bij de in de toelichting opgenomen gebeurtenissen na balansdatum.
Gemeente Aalsmeer heeft de belangrijkste risico’s en onzekerheden geïnventariseerd en getracht een volledig beschrijving te geven van bijzondere gebeurtenissen waarmee in de jaarrekening geen rekening behoeft te worden gehouden en de verwachtingen daaromtrent. De situatie en ontwikkelingen rond het coronavirus veranderen per dag. De lange termijn impact op de maatschappij en economie is hoogst onzeker.
Sinds maart neemt de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van de corona-uitbraak in snel tempo toe. Veel is nog onzeker en eigenlijk iedereen (Rijk, gemeenten etc.) is op zoek naar duidelijkheid en informatie waarop verder kan worden gebouwd. Veel reeds genomen maatregelen en landelijke regelgeving zullen successievelijk worden uitgewerkt.
De gevolgen voor inwoners, maatschappelijke, culturele en sport instellingen/verenigingen en ondernemend Aalsmeer/ondernemers zullen steeds beter in beeld komen. Met het oog hierop is voor de korte termijn gestart met alleen uitspraken te doen/besluiten te nemen die betrekking hebben op de lokale werkterreinen en waarvan de impact (financieel en inhoudelijk) is te overzien/in te schatten.
Daarnaast is gestart met het uitwerken van een lokaal ondersteuningspakket, waar de volgende maatregelen in elk geval deel van uitmaken:
- Ondernemers hoeven in 2020 geen onroerende zaakbelasting te betalen over niet-woningen als gebruiker van het pand. Hiermee ontvangen onder andere de ondernemers in de sierteeltsector, die veelal huurders van grote bedrijfslocaties zijn, lastenverlichting. Ook sportinstellingen en musea zijn hier bij gebaat. De gemeente ontvangt door deze maatregel € 1,8 miljoen minder aan belastinginkomsten.
- De gemeente komt maatschappelijke, culturele en sportinstellingen en verenigingen tegemoet door het 6 maanden opschorten van het innen van huur, het niet terugvorderen van subsidies in 2020, de mogelijkheid om instellingen te voorzien in liquiditeit en coulance bij de eindafrekening voor zorgaanbieders die de komende drie maanden niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
- Het beschikbaar stellen van 2 miljoen euro door de gemeenteraad voor de oprichting van een noodfonds. Hiermee kan het college in geval van acute, individuele noodsituaties toepassing geven aan de hardheidsclausule in die gevallen waar de bestaande regelingen als bijzondere bijstand niet in voorzien. De maatregelen onder 2. en de bijzondere en onvoorziene kosten voor de bestrijding van de coronacrisis zullen ook uit het bedrag van 2 miljoen euro gedekt worden.
De inventarisatie moet nader worden uitgewerkt in samenhang met de verder uitgewerkte maatregelen van het Rijk, bankinstellingen en –eventueel- anderen initiatieven (VNG/gemeenten).
Naast dit pakket is de uitvoering van de verruimde bijzondere bijstand, die het rijk als maatregel heeft aangekondigd vanaf 24 maart 2020 operationeel. Die maatregel richt zich op inkomensondersteuning voor zelfstandige ondernemers en zzp-ers.
Als zich precaire situaties voordoen rond inwoners, instellingen, ondernemers of bedrijven die om onmiddellijke actie vragen wordt in overleg met de betrokkenen getracht ondersteuning op maat te bieden, die onherstelbare schade voorkomt.
Aalsmeer heeft een solide financiële positie. Er wordt een onderbouwde kostenraming voor het lokale pakket noodmaatregelen opgesteld. De financiële consequenties hiervan worden verwerkt in de Bestuursrapportages van 2020.
Eigen bijdrage Wmo-voorzieningen
Met de invoering van het abonnementstarief wordt (vanwege het verlagen van de financiële drempel) een toename van het gebruik van Wmo-voorzieningen verwacht. De kosten zullen dan ook toenemen. Voor deze ontwikkeling is voor de bepaling van de weerstandscapaciteit € 200.000 meegenomen.
Regionaal ingekochte specialistische jeugdhulp
Per 1 januari 2018 wordt gewerkt met de nieuwe regionale inkoopsystematiek specialistische jeugdhulp waarin wordt gewerkt met segment B (laagcomplexe hulp) en segment C (hoogcomplexe hulp). Parallel hieraan is in 2018 een flink financieel nadeel ontstaan. In 2018 en 2019 is een stevig pakket aan maatregelen ingezet om de stijging van het financieel nadeel terug te dringen. De structurele financiële gevolgen zijn verwerkt in het meerjarenbeeld van de Begroting 2020.
In 2019 zien we dat de stijging van het nadeel afvlakt ten opzichte van het nadeel van 2018 als gevolg van de maatregelen. Vooral het aantal nieuwe verwijzingen voor hoogcomplexe zorg (segment C) is afgenomen. Ondanks deze afvlakking blijven de financiën in 2020 onder druk staan. Dat komt door diverse ontwikkelingen. Er is sprake van een stijging van het aantal cliënten, de zorgzwaarte van (bestaande) cliënten lijkt zwaarder te worden en mede onder invloed van landelijke ontwikkelingen worden de lonen van aanbieders geïndexeerd in 2020. Door de lange looptijd van jeugdhulptrajecten wordt het volledige effect van maatregelen voor kostenbeheersing verspreid over jaren pas zichtbaar.
Voor 2020 zijn onder meer budgetplafonds afgesproken met de aanbieders van segment C. In de loop van het jaar wordt bekeken of en hoe deze worden gehandhaafd en wat effecten hiervan zijn. De bestaande en nieuwe verwijzingen worden actief bekeken op afschaalmogelijkheden, ook bij externe verwijzers zoals huisartsen.
De tijdigheid en volledigheid van de monitoring van de ontwikkeling van financiën is verbeterd, maar blijft uitdagend. Dit komt mede door de afhankelijkheid van veel externe verwijzers en aanbieders (wat de tijdigheid bemoeilijkt als met terugwerkende kracht trajecten worden gemeld). Ook de financiële maatregelen zelf spelen hierin een bemoeilijkende rol. Deze zorgen voor een veelheid aan afrekensystemen.
Grondbank
De werkzaamheden en de inkomsten/uitgaven van het gronddepot zijn afhankelijk van de externe partijen Hoogheemraadschap Rijnland AGV en Waternet en laten daarmee jaar op jaar een wisselend beeld zien.
Op het gebied van PFAS beleid is inmiddels meer duidelijk. In het tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS houdende grond en bagger van de Tweede Kamer, is bepaald dat alle grond die hergebruikt gaat worden na 01-10-2019 op PFAS 28 stoffenpakket gekeurd moet worden, hetgeen extra kosten met zich mee brengt. Daarnaast mag de grondbank geen partijen grond meer clusteren zonder dat deze stof is mee geanalyseerd. Dit houdt in dat het voorlopig apart moet worden opgeslagen, wat weer ruimte gebrek geeft en stagnatie voor werken.
Tenslotte ligt er op de locatie Kudelstaart een grondvoorraad die indien deze niet in (nieuwe) projecten kan worden toegepast, bij het aandienen van nieuwe grondstromen tegen marktkosten zal moeten worden afgevoerd, hetgeen de gemeente voor extra kosten kan stellen.
De laatste twee zaken houden ook verband met de vergunning die in aanvraag is bij het bevoegd gezag. Deze is eind 2018 ingediend, maar kent een lange doorlooptijd. Tijdens deze doorlooptijd is opslag- en verwerkingscapaciteit beperkt. Zodra deze wordt verstrekt is er meer ruimte en flexibiliteit, waardoor de impact van de risico’s afnemen. Omdat de impact moeilijk is in te schatten is voor de bepaling van de weerstandscapaciteit geen bedrag opgenomen.
In juni is een herhaalde aanvraag gedaan bij de Omgevingsdienst voor een zogenaamd Activiteitenbesluit voor het regelen van de huidige activiteiten/opslag op het Gronddepot aan de Ambachtsherenweg. Wij zijn in afwachting van deze toestemming. Een en ander. neemt meer tijd in beslag bij de Omgevingsdienst dan was voorzien.
Omgevingswet
Naar verwachting treedt op 1 januari 2021 de Omgevingswet in werking. De invoering en de implementatie van deze wet betreft een omvangrijk en complex proces waar veel tijd mee gemoeid is/ zal zijn. De wet vervangt circa 26 sectorale wetten en ongeveer 120 bestaande algemene maatregelen van bestuur in de sfeer van de fysieke leefomgeving (waaronder wonen en bouwen). Doelstelling van deze wet is onder andere om het eenvoudiger en sneller te maken. Voor de interne organisatie betekent dit een omwenteling in de manier van werken. Het Transitieteam Omgevingswet is binnen de organisatie bezig om de implementatie van de wet in goede banen te leiden.
Vast staat dat de Omgevingswet op een aantal fronten ook financiële consequenties gaat hebben. Mogelijk dat de invoering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de daarmee samenhangende aanschaf van software een groter structureel beslag op de middelen zal leggen dan de huidige softwarevoorzieningen benodigd vanuit de Wet ruimtelijke ordening. Dit zal in de komende collegeperiode uitgekristalliseerd worden”
Tegelijkertijd met de Omgevingswet treedt ook de wet kwaliteitsborging in de bouw voor gevolgklasse 1 in werking. Voor ongeveer 85% van de aanvragen komt de bouwbesluittoets en het toezicht daarop te vervallen. De verantwoordelijkheid hiervoor komt te liggen bij een private kwaliteitsborger. Er vindt een verschuiving plaats van uitvoering naar regie bij vergunningverlening. Taken vervallen bij toezicht. De gemeente houdt wel de verantwoordelijkheid voor handhaving. Deze omwentelingen gaan financiële consequenties hebben. Komende periode wordt dit in beeld gebracht. Tevens dient er een nieuw evenwicht gevonden te worden tussen kosten en opbrengsten in de kostendekkende legesexploitatie.
Ontwikkelingen Afval Energie Bedrijf
Het Afvalenergiebedrijf (AEB) voert voor Aalsmeer de verwerking van (rest)afval uit. Het contract met het AEB loopt tot en met 2022. Het AEB is in (financiële) problemen gekomen door de tijdelijke sluiting van 4 van de 6 afvalverwerkingslijnen in verband met noodzakelijk onderhoud in 2019. Sinds november 2019 zijn alle zes verbrandingslijnen weer operationeel. Enig aandeelhouder Amsterdam heeft bekend gemaakt haar aandelen te verkopen. Het is onduidelijk wat de consequenties hiervan op termijn zijn voor de verwerkingstarieven van het restafval.
Planmatig onderhoud sportgebouwen
In de Kadernota 2020 is de op dit moment ingeschatte structurele doorloop van het planmatig onderhoud sportgebouwen PM opgenomen om deze te kunnen beoordelen in het kader van de algehele financieringssystematiek van ESA en in het licht van de status van de ESA-gebouwen. Wat betreft het laatste punt is in 2019 de mogelijkheid van vervanging van de Proosdijhal beoordeeld. Deze vervanging is bij raadsbrief van 2 december 2019 als op dit moment financieel onhaalbaar beoordeeld.
Eneco
Op 24 maart 2020 heeft de overdracht plaats gevonden van aandelen Eneco aan het 'Consortium' Mitsubishi en Chubu Electric Power. De verkoop heeft geen invloed op de balanswaarde in deze jaarstukken en de financiële verwerking van deze transactie vindt plaats in de 1e Bestuursrapportage 2020.
Het betreft voor Aalsmeer wel een relevante gebeurtenis na balansdatum. Door de verkooptransactie verbetert de reservepositie sterk en daarmee het weerstandsvermogen. Dit heeft ook invloed op bijvoorbeeld de in deze paragraaf vermelde ratio solvabiliteit.
De aandeelhouderscommissie Eneco heeft in een informerende notitie in overweging gegeven om de volgende tekst in deze paragraaf op te nemen:
Bij de verkoop van de aandelen in Eneco Groep N.V. (hierna Eneco) in 2020 is de koper gevrijwaard van de claim van de oud-aandeelhouders van REMU N.V. (hierna REMU). Samenvattend stelt REMU dat Eneco door het juridisch verzet tegen de Splitsingswet verhinderd heeft dat Eneco vóór 31 december 2010 verkocht is en dat REMU daardoor een contractueel afgesproken privatiseringsvergoeding niet ontvangen heeft. Eneco betoogt op hoofdlijnen dat Eneco, inclusief REMU, niet vóór 31 december 2010 verkocht is en dat de aandeelhouders daartoe ook geen plan hadden.
De hoogte van de claim bedraagt nominaal € 133 miljoen. De totale claim bedraagt het nominale bedrag vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juli 2009.
De rechtbank Amsterdam heeft op 27 februari 2019 alle vorderingen van de voormalige REMU-aandeelhouders afgewezen. Op 10 september 2019 is hiertegen in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof Amsterdam.
Uitvoeringsplan Digitale Transformatie 2019
De gemeente Amstelveen heeft rond de Digitale Transformatie een vierjarig programma ‘AA Connected’ ingericht om processen, middelen en mensen te transformeren naar de door het rijk, maar vooral ook door de samenleving gevraagde efficiënte, klantgerichte, digitale dienstverlening. Vanwege
De samenwerking in AA-verband is de gemeente Aalsmeer daar ook bij gebaat. Jaarlijks wordt een ‘Uitvoeringsplan Digitale Transformatie’ opgesteld om de doelen zo actueel – en specifiek mogelijk te kunnen vastleggen. De ruim 30 projecten binnen de Digitale Transformatie die in 2019 zijn opgepakt zijn onderverdeeld in 4 thema’s:
1. Samenleving, Verbeteren van de dienstverlening
2. Systemen, Versterken van de interne beheersing op ICT
3. Processen, Voldoen aan wet- en regelgeving
4. Mensen, Investeren in de organisatie