Bedrijfsvoering risico's
Met het gemeentelijke takenpakket is een begroting gemoeid met een uitgavenniveau primitieve Begroting 2019 van € 101 miljoen op begrotingsbasis. Dit takenpakket is zeer divers en de mate van beïnvloedbaarheid c.q. de inhoudelijke en financiële beleidsruimte voor het gemeentebestuur verschilt per onderdeel. Uiteraard zijn aan de uitvoering van dit takenpakket risico’s verbonden, maar in samenhang met de andere genoemde pijlers van duurzaam financieel beleid zijn deze risico’s voor het bestaande takenpakket beheersbaar en goed te managen.
Hierna volgt een opsomming van de bedrijfsvoering risico’s:
Garantstellingen
De gemeente Aalsmeer staat bij een aantal financiële instellingen garant voor hypothecaire leningen van woningbouwverenigingen. In totaal betreft het een bedrag van ruim € 20 miljoen. Het gaat hier om oude regelingen die niet onder de WSW vallen en op grond waarvan de gemeente borg staat voor leningen van de woningbouwcorporatie.
Voor GPA staat de gemeente Aalsmeer garant tot een bedrag van maximaal € 50 miljoen.
Met ingang van 1 juli 2015 is voor FC Aalsmeer een borgstelling verleend. De garantiestelling bedraagt op dit moment nog ruim € 0,1 miljoen voor de investering in een kantine. In de gemeenteraadsvergadering van 27 februari 2020 is besloten om een garantiestelling voor de Windsurfclub Aalsmeer te verlenen ad € 175.000.
Bouwleges
De inkomsten uit bouwleges worden bepaald door de bouwactiviteiten binnen de gemeente. De geraamde inkomsten voor bouwleges zijn gebaseerd op de meerjarige planning van bouwactiviteiten. De realisatie kan van de planning afwijken, waardoor de inkomsten in een jaar afwijken van de begrote inkomsten, zowel in positieve als negatieve zin.
Bestemmingsplan- en handhavingsprocedures
De kans is altijd aanwezig dat de gemeente aangesproken wordt in het kader van bestemmingsplan- en handhavingsprocedures en dergelijke. De gemeente kan in dat geval te maken krijgen met bezwaren, rechtsprocedures en schade aansprakelijkstelling.
Economische ontwikkeling
De gemeentelijke inkomsten zijn afhankelijk van de economische ontwikkelingen. Een verandering in de economische ontwikkeling heeft via de uitkering uit het gemeentefonds, belastinginkomsten van bedrijven, bouwleges, bouwgrondexploitaties en dividendinkomsten een effect op de begroting Aalsmeer.
Open-einde-regelingen
Onder de gemeentelijke taken valt een aantal regelingen met een open einde. Dat betekent dat de gemeente verplicht is om in middelen te voorzien als mensen hier wettelijk recht op hebben, ook al staan hier beperkte inkomsten tegenover. In de begroting wordt jaarlijks een inschatting gemaakt van de benodigde middelen.
Gemeentefonds
Met een omvang van afgerond € 34,4 miljoen is de uitkering gemeentefonds verreweg het belangrijkste structurele algemene dekkingsmiddel van de gemeente. De hoogte en ontwikkeling van de uitkering gemeentefonds wordt bepaald via de ontwikkelingen van de Rijksbegroting (samen trap op, trap af) en is voor gemeenten niet beïnvloedbaar. In de bestaande meerjarenramingen van het rijk is een oplopende "opschalingskorting" tot en met 2025 opgenomen. Dit is een efficiency korting die op voorhand het gemeentefonds kort uitgaande van voordelen die gemeenten door schaalvergroting zouden kunnen verkrijgen. Naast de omvang van het gemeentefonds is ook de verdeling van belang. Periodiek worden delen van het gemeentefonds herijkt. De eerstvolgende herijking vindt volgens de huidige planning plaats per 2022. Het gaat om een algehele herziening van de bestaande objectieve verdeelmodellen. Dit omvat zowel de nieuw onderdelen van het sociaal domein als het klassieke gemeentefonds. Een belangrijk thema in de herverdeling is hoe omgegaan wordt met de inkomensverevening. Op dit moment vindt in het gemeentefonds verevening plaats op basis van 70% van de WOZ-waarde niet woningen en 80% van de WOZ-waarde woningen. Het volume van de verdeelmaatstaf is de achterliggende jaren (vanaf 1997) gegroeid met areaal en inflatie. Extra OZB-verhogingen van gemeenten zijn niet meegenomen in het volume van de verdeelmaatstaf. De exacte gevolgen van de herijking voor Aalsmeer zijn nog niet bekend. De plannen rondom verevening WOZ en volume aanpassing WOZ kunnen grote structurele (negatieve) gevolgen hebben voor Aalsmeer.
Beheer Burgemeester Kasteleinweg
De Provincie Noord-Holland (PNH) heeft het dagelijks onderhoud van de N196 per 1 april 2016 overgedragen. De status van provinciale weg is daarmee komen te vervallen. Het definitieve eigendom van de weg wordt overgedragen, nadat de herinrichting van de weg en de aanleg van de busbaan hebben plaatsgevonden (verwachting 2020 gereed). De busbaan blijft in eigendom en beheer van de PNH. De bijdrage van PNH aan de gemeente Aalsmeer, voor het achterstallig onderhoud bedraagt € 875.000 en dit bedrag is in 2016 uitbetaald. Aan dit bedrag zijn voorwaarden verbonden over het bestedingsdoel.
De tijdelijke onderhoudskosten tot aan de afronding van de herinrichting van de Burgemeester Kasteleinweg, zijn opgenomen binnen de totale kosten van deze herinrichting. Op 7 juli 2016 is voor het totale project inclusief het beheer en onderhoud tot en met de herinrichting een totaal krediet van € 5,1 miljoen ter beschikking gesteld. De planning was toen dat de werkzaamheden in 2018 zouden starten en in 2020 zouden worden afgerond.
In het najaar van 2018 heeft afstemming met de verschillende partijen plaatsgevonden en is de planning van de uitvoering geactualiseerd. Bij de Najaarsrapportage 2018 is het krediet opgehoogd met € 380.000 in verband met extra kosten die bij de kredietverlening niet waren voorzien. De planning van de uitvoering is geactualiseerd naar de periode 2019-2021.
De structurele onderhoudskosten van de nieuw ingerichte Burgemeester Kasteleinweg moeten in de meerjarenbegroting vanaf 2021 worden ingepast.
Dividenden
Er worden diverse dividenduitkeringen ontvangen. Het merendeel is afkomstig van Eneco en Stedin. Meer informatie over de uitkeringen staat opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen. De definitieve dividenduitkering is altijd afhankelijk van de ontwikkelingen binnen het bedrijf zelf.
Vennootschapsbelasting gemeenten
Om de risico’s te beheren is afstemming gezocht met de Belastingdienst over het cluster “grondbedrijf” inclusief de grondbeheercomplex Greenpark Aalsmeer.
De Belastingdienst heeft aangegeven akkoord te zijn met de gehanteerde systematiek voor de fiscale uitwerking van het cluster Grondbedrijf. Op basis van de beschikbare informatie is de Belastingdienst met ons van mening dat geen sprake is van een fiscale onderneming voor het jaar 2016 voor het cluster Grondbedrijf. Ook is de Belastingdienst van mening dat het grondbeheercomplex Greenpark Aalsmeer geen onderdeel uitmaakt van het cluster Grondbedrijf en dat de gemeente geen structurele opbrengsten of overschotten overhoudt aan het grondbeheercomplex Greenpark in 2016. Jaarlijkse monitoring of een wijziging in de feiten, in een bepaald jaar kunnen leiden tot een andere conclusie.
De ontwikkelingen rondom de belastingplicht voor afvalopbrengsten en reclame-inkomsten zijn nog aandachtspunten bij de VPB voor gemeenten. Voor wat betreft afval ontvangt de gemeente Aalsmeer slechts bedragen van Nedvang, die vooralsnog buiten de heffing wordt gehouden.
De ontwikkelingen rondom de reclame-inkomsten geven ons aanleiding deze mee te nemen in de aangiften. Bij ontvangst van de definitieve aanslag van de Belastingdienst zijn we voornemens bezwaar te maken. Zo voorkomen we ongewenste boetes/belastingrentes.
De aangiftes VPB-2016 en 2017 zijn ingediend bij de Belastingdienst. Voor het jaar 2016 is de definitieve aanslag VPB ontvangen van de Belastingdienst. Hierop is door ons een proforma bezwaar ingediend. De Belastingdienst heeft vervolgens gevraagd dit inhoudelijk te onderbouwen.
Voor 2018 en 2019 hebben we een voorlopige aangifte ingediend om boetes/belastingrentes te voorkomen.
De laatste hand wordt gelegd aan het toetsten va de fiscale clusters 2018 ter onderbouwing van ons dossier VPB 2018.
Actualisering van reeds bestaande en nieuwe bouwgrondexploitaties met een hoger opbrengstpotentieel hebben een directe invloed op een eventuele VPB last in de toekomst.
Onderwijs Achterstanden Beleid
Voorschoolse educatie (VE) is een wettelijke taak van de gemeente binnen het Gemeentelijk OnderwijsAchterstandenBeleid (GOAB). Met ingang van 1-1-2019 zijn de criteria en de verdeelsystematiek voor de Rijksmiddelen GOAB gewijzigd, wat voor Aalsmeer leidt tot een vermindering van het GOAB-budget. In het nieuwe budget GOAB is ook een nieuwe taakstelling opgenomen: vanaf 2020 uitbreiding van Voorschoolse educatie (VE) van 10 naar 16 uur per week. Deze urenuitbreiding heeft ook gevolgen voor het aantal uren Peuterarrangement (PA), aangezien beide soorten kindplaatsen in dezelfde kinderopvanggroep worden aangeboden. De afname van de rijksmiddelen GOAB, in combinatie met de ontwikkelingen VE en PA, leiden, bij ongewijzigde beleid, tot een tekort op de begroting Onderwijsachterstandenbeleid van € 30.000,- in 2020 oplopend tot € 60.000,- in 2022.
Voor 2020 blijven de huidige doelgroepcriteria en het aantal gesubsidieerde kindplaatsen VE en PA gehandhaafd op het niveau 2019. De financiële consequenties 2020 zijn verwerkt in de Begroting 2020.
Voor 2021 wordt nieuw structureel beleid voorgesteld met een daarbij horende meerjarenbegroting. Hierin wordt tevens rekening gehouden met de oplopende korting van de Rijksmiddelen GOAB tot 2022.
Leges reisdocumenten en rijbewijzen
Met ingang van 9 maart 2014 is de maximale geldigheidsduur van reisdocumenten verhoogd van 5 naar 10 jaar. Dit betekent mogelijk een dip in de afgifte van reisdocumenten in de periode van 2019 tot 2024. Hierdoor is sprake van een tijdelijke teruggang in werkzaamheden voor het cluster Documenten en in de leges-inkomsten op het product reisdocumenten. Naar huidige inzichten is het niet noodzakelijk om aanvullende maatregelen daarvoor te treffen.
ICT en informatievoorziening
Informatieveiligheid en privacy
Jaarlijks wordt op basis van het informatieveiligheidsbeleid en een risicoanalyse een jaarplan informatieveiligheid en privacy opgesteld. Hierin zijn alle acties voor het betreffende jaar vastgelegd, inclusief planning, uitvoerder en resultaat. Eén van de acties in 2019 betrof het succesvol doorlopen van de wettelijk verplichte ENSIA audit. Daarnaast vormde dit jaar de voorbereiding op de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) een belangrijk onderdeel. De BIO vervangt, als brede algemene norm voor informatieveiligheid bij de gehele overheid, de tot nu toe gehanteerde BIG (Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten).
Vanaf 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ofwel de Europese privacy verordening in werking getreden. Vanaf dat moment zijn de privacyregels verder aangescherpt. Dit betekent dat organisaties meer verplichtingen hebben gekregen en dat betrokkenen (inwoners, klanten, medewerkers etc.) meer rechten hebben. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kan hoge boetes tot een maximum van € 20 miljoen of 4% van de wereldwijde omzet opleggen in geval van overtreding van de regels (denk bijvoorbeeld aan datalekken) met betrekking tot de omgang met persoonsgegevens.
Vervolg Programma Digitaal Werken
In 2019 heeft de afronding plaatsgevonden van het programma Digitaal Werken. In dit programma is een groot aantal werkprocessen gedigitaliseerd in het zaaksysteem, zodat deze processen digitaal in de organisatie kunnen plaatsvinden. De uitvoering van de ‘nazorg’-fase van het programma Digitaal Werken heeft in 2019 plaatsgevonden. In de nazorg waren oplossing van openstaande problemen in het zaaksysteem en een grote update van het zaaksysteem de belangrijkste acties. Vervolgens is een start gemaakt met een strategische heroriëntatie op het zaaksysteem en de manier waarop we zaakgericht werken. Op basis van deze heroriëntatie zal in 2020 worden besloten hoe de volgende stappen in de digitalisering van werkprocessen eruit gaan zien.
Overige ontwikkelingen Burgerzaken
Het juist vaststellen van de identiteit is een belangrijke taak die vanuit de centrale overheid aan Burgerzaken is toebedeeld en waar steeds meer de nadruk op komt te liggen. Een andere wettelijke taak is het voorkomen en opsporen van adresfraude. Door invoering van de Registratie Eerste Verblijf Adres (REVA) en door de economische groei in de MRA regio is sprake van een sterke toename van het aantal (her)vestigingen vanuit het buitenland. Dit heeft tot gevolg dat ook het aantal identiteitsvaststellingen en adresonderzoeken in front- en backoffice stijgt. Door deze ontwikkelingen verandert vanaf 2019 de corebusiness van Burgerzaken. Er is een afname te zien van werkzaamheden waarvoor leges kunnen worden gevraagd en een toename van werkzaamheden waar niets tegenover staat. Op dit moment wordt in kaart gebracht welke consequenties dit zal hebben.
Btw
Sportvrijstelling
Het recht op vooraftrek van btw die aan gemeente in rekening is gebracht over de kosten die toerekenbaar zijn aan het ter beschikking stellen van sportaccommodaties vervalt ingaande 2019. De rijksoverheid compenseert gemeenten voor dit nadeel via de nieuwe specifieke-uitkering Sport (SPUK). Aalsmeer heeft een aanvraag ingediend. De kosten die voor compensatie in aanmerking komen betreffen uitsluitend kosten die vanaf 1 januari 2019 gemaakt zijn. Landelijk is er meer aangevraagd (€ 228 miljoen) dan er budget is (€ 152 miljoen), wat zou betekenen dat de gemeente minder gecompenseerd wordt dan verwacht.
ESA BV kan door deze btw-vrijstelling haar btw deels gecompenseerd krijgen door een beroep te doen op de subsidieregeling stimulering Bouw en Onderhoud Sportaccommodaties (BOSA). Omdat niet alle (btw-) kosten voor deze subsidie in aanmerking komen, wordt ESA BV met een financieel nadeel geconfronteerd van ruim een ton. Dit kan leiden tot een hogere bijdrage van de gemeente.
Bouw- / projectgerelateerde risico's
In de gevallen dat de gemeente gebouwen en accommodaties btw-belast verhuurt, is btw op verbouwingskosten terug te vorderen. Voorwaarde hierbij is dat de verhuur gedurende de herzieningstermijn voor 90% belast plaatsvindt. De herzieningstermijn varieert afhankelijk van de aard van de verbouwing tussen de 1 en 10 jaar. Indien deze btw belaste verhuur in de werkelijkheid minder mogelijk blijkt, bestaat er een risico dat eerder teruggevorderde btw moet worden terugbetaald.
Btw Labeling in administratie
In de 2e Bestuursrapportage 2019 hebben wij u geïnformeerd over de resultaten van een intern onderzoek naar de wijze van administratieve verwerking van de btw. Hieruit is gebleken dat er correcties op de btw-aangiftes 2013-2018 moeten plaatsvinden. Het nadeel dat hiermee samenhangt is via de 2e Bestuursrapportage 2019 in de jaarrekening 2019 verwerkt. De exacte afrekening kan nog wijzigen door correcties vanuit de Belastingdienst. Voorzichtigheidshalve is geen rekening gehouden met een Amstelveense bijdrage in het btw-nadeel.
Benodigde risicobuffer bedrijfsvoering risico’s
Er is geen objectieve maatstaf voor het bepalen van de omvang van een incidentele buffer voor de structurele bedrijfsrisico's (m.n. gemeentefonds, beheer en onderhoud van de openbare ruimte en decentralisaties). Conform bestaand beleid wordt bij de berekening van de weerstandsratio voor normale bedrijfsvoeringsrisico's rekening gehouden met een bedrag corresponderend met 5% van het uitgaventotaal van de gemeente, overeenkomend met € 103 miljoen.